De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam mocht onlangs oordelen over een kwestie met betrekking tot een studiekostenbeding.

Naar het oordeel van de kantonrechter moet de vraag of werkgever een beroep toekomt op het studiekostenbeding beoordeeld worden op basis van het begrip van het goed werkgeverschap als bedoeld in artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek.

Bij die beoordeling dient naar het oordeel van de kantonrechter een onderscheid te worden gemaakt naar het in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voorkomende studiekostenbeding en het beding dat in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt opgenomen.

De last die een studiekostenbeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd meebrengt, is in beginsel immers een stuk zwaarder en de kans dat een werknemer met de nadelige effecten daarvan wordt geconfronteerd is aanmerkelijk groter, omdat de kans dat het beding effect zal krijgen groter is.

Dat betekent dat van een goed werkgever verwacht mag worden dat deze, indien een dergelijk beding is opgenomen, voorafgaand aan de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst de werknemer daarop nadrukkelijk wijst, maar ook dat deze bij het aangaan van studiekosten de werknemer er nogmaals expliciet op wijst dat het volgen van die opleiding op korte termijn een terugbetalingsverplichting met zich mee kan brengen. Bij die verplichting van de werkgever in de omstandigheid van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd past ook dat de werkgever voorafgaand aan de opgave voor de cursus met werkneemster de precieze kosten van de opleiding bespreekt, zodat het de werknemer duidelijk is welk financieel risico wordt genomen. Dat daarbij ook de kansen op voortzetting van de arbeidsovereenkomst aan de orde zullen komen ligt voor de hand. Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd reiken de verplichtingen van de werkgever minder ver, nu de kans dat in die situatie een terugbetalingsverplichting ontstaat minder prominent is.

Bij de vraag of werkgever terecht de kosten van KRMT-opleiding in rekening heeft gebracht bij werknemer speelt ook een belangrijke rol dat de arbeidsovereenkomst op initiatief van werknemer is beëindigd op een moment dat de opleiding, een tweejarige makelaarsopleiding, feitelijk nog nauwelijks door werknemer was aangevangen en werkgever derhalve niet heeft kunnen “genieten” van de door werknemer daarbij opgedane vaardigheden.

Een vraagstuk over een studiekostenbeding en/of andere bijzondere bedingen uit een arbeidsovereenkomst? Neem contact op met MRM Advocatuur, voor een vrijblijvend gesprek.

Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2017:65

 

, ,