De bankzitter… een gebrek aan werk, het risico van de werkgever?

De casus: een werknemer (projectmanager met een loon van € 4.000,– per 4 weken) zit ‘langer dan gemiddeld’ op de bank. Van de 55 (!) maanden die vooraf zijn gegaan aan september 2016 is werknemer 8 maanden op een project ingezet. De werknemer is door zijn werkgever voor de overige maanden tientallen keren bij opdrachtgevers aangeboden, echter zonder resultaat. De werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Afweging:
De kantonrechter is van oordeel dat de arbeidsplaats van werknemer noodzakelijkerwijs moet vervallen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering.

Tot dit oordeel leidt het feit dat werknemer de afgelopen 55 maanden slechts 8 maanden op een project voor werkgever heeft gewerkt. Het is bedrijfseconomisch bezien niet verantwoord om deze situatie nog langer te laten voortduren. Het ‘bankzitten’ (de werknemer is niet op een project geplaatst maar moet wel doorbetaald worden) is weliswaar een risico dat een detacheerondernemer als werkgever loopt, maar aan dit risico zit wel een grens. Elk andersluidend oordeel zou het onaanvaardbare gevolg hebben dat een niet plaatsbare werknemer tot in lengte van dagen in dienst gehouden moet worden.

Waar de hiervoor genoemde grens ligt wordt niet alleen bepaald door te kijken naar de tijd dat iemand ‘op de bank zit’, ook de overige omstandigheden van het specifieke geval zijn van belang. Tot die overige hiervoor genoemde omstandigheden behoort in dit geval onder andere het feit dat werkgever de werknemer tientallen keren heeft aangeboden bij potentiële opdrachtgevers en zich in de afgelopen jaren dus zich wel degelijk ingespannen om werknemer aan het werk te helpen.

Ontslagkwesties? Neem eens contact op met MRM Advocatuur voor een vrijblijvende afspraak: maarten@mrmadvocatuur.nl

Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2016:7424

mrmadvocatuur-beeldmerken23

, ,